Dementie wordt door buitenstaanders het meest geassocieerd met vergeten. Voor
wie er van nabij mee te maken krijgt, is het echter véél ingrijpender dan dat.
Dementie tast immers de hele persoon aan. Een normaal gesprek wordt onmogelijk
en de zo vertrouwde medemens raakt steeds verder van de anderen verwijderd. Een
pijnlijk proces voor familie en vrienden en voor de persoon met dementie zelf.
Het verlangen naar verbondenheid blijft, maar de vertrouwde communicatiekanalen
raken steeds meer afgesloten. Hoe moeilijk het ook is, het is belangrijk wegen
te zoeken om toch nog verbinding tot stand te brengen.
Communicatie is een ingewikkeld spel van boodschappen uitzenden, ontvangen,
interpreteren en daarop reageren. Zelfs bij mensen die normaal functioneren,
duiken er regelmatig misverstanden op. Als de woordenschat ongenadig uitgewist
wordt, het begrip achteruitgaat, de concentratie verstoord is en het geheugen
het laat afweten zoals bij dementie, wordt het helemaal moeilijk. Maar ook een
gewoon contact tussen mensen is veel meer dan een zaak van geheugen en verstand
alleen. Gevoels- en relatieboodschappen spelen een grotere rol dan we ons bewust
zijn. Op welke toon wordt de boodschap verteld? Met welke mimiek? Heb ik
sympathie of eerder antipathie voor de andere? Heb ik het gevoel dat hij meent
wat hij zegt, dat hij het goed met mij voorheeft? Voel ik me zelf goed? Dat en
nog veel andere elementen hebben een invloed op hoe de boodschap overkomt. Echt
contact heeft vooral te maken met aanvoelen. Bij personen met dementie komen
veel van die gevoelssignalen nog binnen, omdat die in een ander deel van de
hersenen zitten dan bijvoorbeeld begrip of geheugen. Je kan het een beetje
vergelijken met kijken naar een soap waarvan de klank uitstaat. Je weet niet wat
zich daar precies afspeelt, maar voelt wel aan wie goed kan opschieten met
elkaar, wie ruzie heeft, wie de baas is en wie de mindere enzovoort. Al klopt de
vergelijking niet helemaal omdat dementie de cognitieve functies aantast en
ervaringen daardoor niet meer in een ruimer begripskader kunnen geplaatst worden.»
Kwaadheid en onmacht
Een persoon met dementie kan zich niet meer aanpassen aan of inleven in de
buitenwereld. Het is aan de omgeving om te proberen in de leefwereld van de
persoon met dementie te komen. Dat vergt engelengeduld, soepelheid om zich
telkens opnieuw aan onverwachte situaties aan te passen én de vaardigheid om
pijnlijke reacties te incasseren. Je krijgt immens te maken met een pak hevige,
vaak onbegrijpelijke emoties en gedrag. Het verstand houdt in normale
omstandigheden moeilijke of niet getolereerde gevoelens achter slot en grendel.
Bij dementie lost het zijn greep waardoor angst, verdriet, agressie, pijn,
verlangen enzovoort, die soms jarenlang weggestopt bleven, ongecensureerd naar
buiten kunnen. Bovendien krijgt de persoon met dementie af te rekenen met
kwaadheid en onmacht omdat hij de controle over zijn leven verliest, iets wat
hij in een eerste fase hardnekkig probeert te ontkennen. Ook dat kan tot hevige
conflicten leiden. Een wereld waar je geen vat meer op hebt en die je niet
begrijpt, wordt heel erg bedreigend. Als je dat als mantelzorger goed voor ogen
houdt, wordt het een stuk draaglijker om met het onverklaarbare en soms
kwetsende gedrag om te gaan. Er zitten immers heel menselijke gevoelens achter
en de omgeving kan door nabijheid proberen de angst te verzachten en houvast en
veiligheid te bieden. Als de persoon met dementie er bijvoorbeeld geen benul
meer van heeft waarvoor een washandje dient, is het niet verwonderlijk dat hij
die koude, natte doek in zijn gezicht met alle kracht probeert af te weren.
Omdat de normaalste dagelijkse handelingen, vreemd en bedreigend worden, is het
belangrijk eerst vertrouwen op te bouwen, rustig aan te kondigen wat je van plan
bent, en dat te herhalen tot je het gevoel hebt dat het overkomt. Vermijd
bruuske handelingen, ga op gelijke hoogte staan of zitten en zoek oogcontact.
Probeer zoveel mogelijk mee te gaan in de beleving van de persoon met dementie,
ook als die verspringt in tijd en plaats. Ook al begrijpt de persoon met
dementie niet meer wat je zegt, blijft praten belangrijk als voertuig van de
non-verbale boodschap. De persoon met dementie voelt dat hij aangesproken wordt
en meetelt. Praat over wat op dat moment te zien, te horen, te ruiken is of over
het verleden dat hij zich meestal nog lang herinnert. Of speel in op wat de
persoon met dementie zelf aanbrengt. Vermijd discussies over het feit dat je die
dag wél op bezoek kwam of de zoekgeraakte portemonnee niet gehad hebt. En als
moeder vijftig keer per dag dezelfde vraag herhaalt, kan je beter rustig blijven
antwoorden of de vraag tot achtergrondgeluid maken zonder er echt op in te gaan.
Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk en niemand hoeft zich schuldig te
voelen als hij al eens zijn geduld verliest. Na een krachtige uitval kan de
persoon met dementie soms zelfs de rest van de dag rustig zijn. Hij kan de
inhoud niet onthouden, maar de onderliggende gevoelsboodschap blijft hangen.
Intieme vreemde
“Met lef lief hebben”, is een goede stelregel voor mantelzorgers. Het goedvoelen
van de persoon met dementie is de leidraad, maar niet ten koste van alles. Wie
zorgt, moet ook zijn grenzen bewaken. Hoe goed je het ook meent en ondanks alle
begrip is het dagelijks samenleven met een persoon met dementie heel zwaar. Niet
voor niks krijgt vijftig tot tachtig procent van hun mantelzorgers met een
depressie af te rekenen. De zorgsituatie begint bijna ongemerkt en vergt steeds
meer tijd en energie. De verliezen volgen elkaar in sneltempo op. Je hebt pas
verwerkt dat je je vrouw, die altijd zo goed en graag kookte, niet meer alleen
in de keuken mag laten omdat ze anders het gasvuur opendraait of ze begint om
een of andere onbegrijpelijke reden de buurman uit te schelden. En weer een tijd
later herkent ze haar eigen dochter niet meer. Dementie drijft op een chronische
manier een wig tussen jou en de persoon zoals je die gekend hebt. Van
wederkerigheid in de relatie is geen sprake meer en de verzorgers moeten steeds
meer taken van de persoon met dementie overnemen.
Veel mantelzorgers worden zo door de zorg voor de persoon met dementie
opgeslorpt dat ze niet toekomen aan de verwerking van hun eigen pijn om dit
vreselijke verliesproces. Het is nochtans maar in de mate dat men dat onder ogen
ziet, het met anderen durft delen en ondersteuning krijgt, dat er ruimte kan
komen voor een nieuwe manier van omgaan met die intieme vreemde die je geliefde
geworden is. Vaak wil de omgeving de persoon met dementie sparen door haar
verdriet te verbergen. De zieke voelt echter zelf ook dat het misgaat en het kan
voor beiden -zeker in de beginfase- bevrijdend zijn hun angst te verwoorden.
Als mantelzorgers kunnen aanvaarden dat het de ziekte is die de persoon zo
verandert, komt er een zekere rust in de manier waarop ze ermee omgaan. Men
krijgt oog voor zinvolle en mooie momenten binnen de tragedie die dementie hoe
dan ook is. Vaak ontdekken de naasten andere, heel wezenlijke kanten van de
persoon met dementie. Een afstandelijke en autoritaire vader bijvoorbeeld, die
nu hij dement is wel zijn nood aan affectie laat zien. Het is dat soort
ervaringen die mantelzorgers de kracht geven om voort te doen. Ze beginnen
meestal aan de zorg zonder erbij na te denken, uit trouw, plichtsbewustzijn of
liefde. Maar na een tijd willen ze het heel bewust, zelf blijven doen, ondanks
alle moeilijkheden. Ze voelen dat ze iets betekenen voor de persoon met
dementie. Er ontstaat een andere soort verbinding.
Sommigen hebben nu en dan verrassend, heldere momenten waarin zaken gezegd
worden die zonder de ziekte allicht nooit ter sprake zouden komen. Zoals die man
die zijn vrouw een huwelijk lang het leven moeilijk had gemaakt wat haar er niet
van weerhield voor hem te zorgen toen hij ziek werd. Toen hij al heel zwaar
dementeerde zei hij plots: ik weet wat ik je aangedaan heb en dat spijt me.
Bedankt voor al wat je voor mij doet.
Innerlijke wereld
Zeventig procent van de personen met dementie wordt thuis verzorgd. De
loyaliteit binnen families maakt dat mensen de grenzen van hun draagkracht
steeds opnieuw verleggen. Maar ze houden het alleen vol als ze een positieve
betekenis kunnen geven aan hun inzet én als ze voldoende gesteund worden door de
omgeving en de samenleving. Die erkenning laat echter nog heel wat te wensen
over.
Dementie komt steeds meer voor. Met het ouder worden van de bevolking zal de
groep nog groter worden. De meeste mensen weten echter niet wat het is en hoe ze
ermee moeten omgaan. Het is bedroevend hoeveel mensen -ook artsen- ervan
overtuigd zijn dat dementie alleen maar een gestaag proces van ontmenselijking
(misschien liever: achteruitgang en verval)is. Dat is het ook, maar veel
mantelzorgers waarmee wij in contact komen vertellen ons -naast de miserie- heel
mooie verhalen van verrassende en diepmenselijke contacten. Als de
uiterlijkheden noodgedwongen wegvallen, komt soms de weg vrij voor contact met
een meer innerlijke wereld. De ziekte is (nog) niet te genezen, maar de omgeving
kan er wel voor zorgen dat het menswaardig leven blijft. Of zoals een man het
verwoordde “ik wil het zinkend schip veilig de haven inloodsen”. Soms als de
zorg fysiek te veel vergt, nachtelijke onrust het slapen onmogelijk maakt of er
serieuze gedragsmoeilijkheden ontstaan, is verhuis naar een rusthuis aangewezen.
Ook dan hoeft de nabijheid en de zorg van de familie niet op te houden. Soms
komt juist dan, als de last van de praktische zorg wegvalt, weer ruimte vrij
voor kwaliteitsvolle contacten.
Dementie wordt vaak weggestopt. De familie schaamt zich voor het vreemde gedrag
of probeert de waardigheid van de persoon met dementie te beschermen door hem
niet meer mee te nemen op uitsap. Als die vreemde wereld de dementerende alleen
maar angst inboezemt, is dat goed. Vaak wil de dementerende wél nog vertrouwde
mensen ontmoeten of gewoontes van vroeger voortzetten. Het blijft zoeken naar
een evenwicht tussen veiligheid en vrijheid. Iemand die graag fietst en dat
fysiek ook nog kan, maar zijn weg kwijtgeraakt, hoeft niet noodzakelijk thuis te
blijven. Misschien kan er iemand meerijden. We hebben de neiging het gedrag van
een persoon met dementie uitsluitend te bekijken door de bril van zijn dementie.
Als hij de deur uitstapt, omdat hij wil wandelen, denken we ‘hij loopt weg’ en
proberen we hem terug naar huis te loodsen. Niet verwonderlijk dat de betrokkene
dan tegenwringt. Even meewandelen een blokje om, gaat vaak veel vlotter. Het is
niet omdat hij ziek is, dat een ander volledig over zijn leven kan beschikken.
Het is niet altijd gemakkelijk te weten waar hij zich het beste bij voelt, maar
we moeten dat wel proberen te achterhalen. Aanraken als manier om contact te
leggen, blijkt vaak heel zinvol als de gesproken taal het niet meer doet. Maar
niet iedereen is daarmee opgezet en ook het lichaam van een persoon met dementie
betreed je niet tegen zijn zin. Met inleving en respect bouwen families een
ervaring en intuïtie op die de beste leidraad is. Op voorwaarde dat ze ook voor
zichzelf zorgen en de last niet te hoog boven hun hoofd laten groeien. Want als
je hart toeslaat door spanning, onverwerkt en niet geuit verdriet en stress
wordt ongedwongen contact onmogelijk. En voor wie erin slaagt ook nu en dan de
humor te zien in de vaak onvoorspelbare voorvallen die zich elke dag voordoen,
wordt de last een stuk lichter om dragen. Lach en traan liggen ook hier vaak
verrassend dicht bij elkaar.»
De Proeftuin heeft op basis van wetenschappelijk onderzoek drie innovatierichtingen geformuleerd Mens x Schakel, Techniek+ en Buiten=beter. Deze innovatierichtingen geven houvast en richting bij het opzetten van nieuwe CoP's en zorgen ervoor dat de vraagstukken die op tafel komen ook relevant zijn voor de eindgebruiker. Lees meer >
De Proeftuin vindt haar oorsprong in Brabant maar kent geen geografische grenzen. Overal ter wereld werken mensen aan innovatieve producten en diensten waardoor mensen die leven met dementie langer en prettiger thuis kunnen wonen. Lees meer >
Het aloude gezegde ‘meten is weten’ is misschien een open deur, maar daardoor niet minder waar. Binnen de Proeftuin besteden we veel aandacht door het evidence based werken te onderzoeken en te bevorderen. Centraal staan hierbij de vragen: Wat werkt wel, wat niet en waarom? Lees meer >
Niet meer weten waarvoor een vork dient of hoe kleren dichtgeknoopt worden, verdwalen in eigen huis, honderd keer per dag hetzelfde vragen, eigen kind of echtgenoot niet meer herkennen. Lees meer >
Dementie wordt door buitenstaanders het meest geassocieerd met vergeten. Voor wie er van nabij mee te maken krijgt, is het echter véél ingrijpender dan dat. Dementie tast immers de hele persoon aan. Lees meer >
Dementie kan je preventief niet aanpakken. Schaken, kruiswoordraadsels oplossen, documentaires volgen op televisie, lezen, enz. blijven de werking van de hersencellen stimuleren, maar kunnen dementie niet voorkomen. Lees meer >