Niet meer weten waarvoor een vork dient of hoe kleren dichtgeknoopt worden,
verdwalen in eigen huis, honderd keer per dag hetzelfde vragen, eigen kind of
echtgenoot niet meer herkennen... Wie nauw betrokken is bij iemand met dementie,
weet hoe pijnlijk het is voor de betrokkene zelf en voor de omgeving om de greep
op de werkelijkheid te verliezen. Over dementie bestaan nogal wat misverstanden.
Het is daarom belangrijk dat juiste informatie gegeven wordt.
We staan er meestal niet bij stil, maar het feit dat we kunnen zien, bewegen,
praten, luisteren en begrijpen, hebben we te danken aan onze hersenen. Daar
liggen de sleutels tot het geheugen, de gedachten, het verlangen, de angst, de
gewoonten en vaardigheden die ons maken tot wie we zijn. Bij dementie worden die
sleutels in een voortschrijdend proces weggenomen. Om van dementie te spreken
moeten geheugenstoornissen samengaan met ten minste één andere verstandelijke
stoornis. Die stoornissen hebben een duidelijke negatieve invloed op de sociale
activiteiten van de patiënt. Dementie is eigenlijk een verzamelnaam voor een
groep van ziekten met gemeenschappelijke kenmerken. Er zijn verschillende vormen
van dementie met verschillende oorzaken waarvan de ziekte van Alzheimer de meest
voorkomende is. Door een abnormaal soort eiwit in de hersenen ontwikkelen zich
klompjes die de hersencellen doen afsterven, een onomkeerbaar proces. De
aandoening komt meer voor bij ouderen. Vijfentwintig procent van de
vijfentachtig-plussers heeft de ziekte van Alzheimer, maar ook jonge mensen
kunnen er door getroffen worden.
Vergeetachtigheid en eigenaardig gedrag worden vaak geassocieerd met dementie,
maar ook voedingstekorten, bepaalde medicatie, depressie, lichamelijke ziekte of
rouw kunnen tot gedrag aanleiding geven dat sterk op dementie lijkt. Wie niet
goed ziet of hoort -verschijnselen die vaker voorkomen bij een normaal
verouderingsproces- neemt tevens minder informatie op. Te vlug veronderstellen
dat het wel dementie zal zijn, kan ertoe leiden dat de werkelijke oorzaken van
het verward gedrag niet aangepakt worden.
Geheugen rolt zich op.
Het geheugen kan opgedeeld worden in een korte termijngeheugen -waarmee we
bijvoorbeeld even een telefoonnummer onthouden dat we na het bellen weer mogen
vergeten- en een lange termijngeheugen. Per seconde komen miljoenen prikkels via
onze zintuigen binnen. Omdat we die niet allemaal kunnen bijhouden, maakt het
korte termijngeheugen een selectie. Wat we langer willen onthouden, zetten we
over naar het lange termijn geheugen, de rest wordt vergeten. Het lange
termijngeheugen is als een grote bibliotheek vol dagboeken, die vanaf de
geboorte worden volgeschreven met wat we leren en meemaken.
Bij de ziekte Alzheimer loopt het op twee plaatsen fout. Er is een gestoorde
inprenting waardoor iemand nog moeilijk nieuwe dingen kan leren of onthouden (er
worden geen nieuwe dagboeken meer bijgeschreven) én het geheugen rolt zich op
(de dagboeken vallen één voor één uit de kast). De persoon met dementie onthoudt
recente gebeurtenissen en nieuwe indrukken niet meer, waardoor hij steeds
opnieuw hetzelfde vraagt, drie keer per dag om dezelfde boodschap gaat, van
alles verliest of vergeet dat hij pas gegeten heeft. Nieuwe ervaringen die
emotioneel diep raken, blijven echter soms wel nog hangen. Gevoelens zitten
immers in een ander deel van het geheugen dan ons verstand, met name het oeroude
limbisch systeem. Als de huisarts het, in het bijzijn van de patiënt,
bijvoorbeeld heeft over een eventuele plaatsing in het rusthuis, is de
betrokkene dat na een halve minuut vergeten. Toch kan hij/zij de dag daarna wel
nog behoorlijk onrustig zijn omdat de emotionele draagwijdte ‘ze gaan iets met
mij doen’, wel bleef hangen. Ook zaken die vaak gebeuren, dringen soms nog door.
Daarom is regelmaat en structuur zo belangrijk in het omgaan met personen met
dementie. Het is het enige wat hen soms nog wat houvast geeft.
Naast het feit dat er geen nieuwe boeken meer worden bijgeschreven, vallen ook
de vele persoonlijke dagboeken, waar een leven lang aan geschreven werd, één
voor één uit de bibliotheek. De meest recente gebeurtenissen verdwijnen het
eerst, maar stilaan moeten ook herinneringen en oriëntatiepunten van tien,
twintig jaar en langer geleden eraan geloven. Wat in het leven diepe sporen
naliet, blijft vaak langer zitten, terwijl ingewikkelde vaardigheden zoals een
fiets herstellen of een feestje organiseren er als eerste uitvallen.
Wie ben jij?
Naast een indeling naar tijd, heeft het geheugen ook verschillende ‘kamertjes’
waarin specifieke informatie opgeslagen wordt en die met elkaar in verbinding
staan. In het weetgeheugen wordt algemene kennis bewaard zoals de dagen van de
week, hoe laat het is, waar Brussel ligt... Het doe-geheugen maakt dat we kunnen
schrijven, drinken, eten, fietsen, autorijden... Door het herkenningsgeheugen
weten we de betekenis van voorwerpen. Zo kan een persoon met dementie vergeten
zijn waarvoor een koffiekan dient of dat het gerinkel van de telefoon de deurbel
is. Het taalgeheugen hebben we nodig om te spreken en om te begrijpen. Een
persoon met dementie raakt beetje bij beetje de woorden kwijt. Op tal van
domeinen -tijd, ruimte, voorwerpen, mensen- verliest hij/zij de
aanknopingspunten. De persoon met dementie weet niet meer of het dag of nacht
is, vindt het toilet niet in het huis waar hij/zij al dertig jaar woont en
herkent in een latere fase zelfs bekende mensen of het eigen spiegelbeeld niet
meer. Dat laatste is voor de omgeving heel pijnlijk en voor de betrokkene zelf
beangstigend. Maar personen met dementie voelen, ondanks het verlies aan
herkenning en herinnering, nog lang de warmte en betrokkenheid van wie voor hen
zorgt en het goed met hen meent. Dat biedt veiligheid en geborgenheid.
Angst en verdriet.
Naast de typische herinneringsstoornissen kunnen bij dementie ook
karakterveranderingen voorkomen. Iemand die voorheen gesloten was, kan plots
heel open en ongeremd worden, hevige woede en angst kunnen de kop opsteken of er
ontstaat bijvoorbeeld apathie of achterdocht. Bij andere mensen worden scherpe
trekjes zoals gierigheid extra geaccentueerd en ook sterke stemmingswisselingen
zijn mogelijk. Zoals elke mens anders is, reageren ook personen met dementie
verschillend op de ziekte. De Ziekte van Alzheimer sluipt geleidelijk het leven
binnen en vaak heb je in het begin niet door wat er aan de hand is. Dat kan veel
conflicten meebrengen omdat de omgeving niet begrijpt waarom vader, moeder of
partner zo anders doen. Ook voor de zieke zelf, die wel beseft dat er iets met
hem/haar aan de hand is, gaat dit ingrijpende verliesproces gepaard met veel
angst en verdriet.
In de beginfase, waar vooral vergeetachtigheid de betrokkene parten speelt, is
het meestal nog niet duidelijk of het inderdaad om die ziekte gaat of er andere
oorzaken in het spel zijn. De persoon met dementie laat hier en daar steken
vallen, krijgt het huishouden niet meer goed georganiseerd enzovoort, maar wil
dat vaak nog niet toegeven. Hij/zij probeert te ontkennen of te camoufleren door
moeilijke vragen weg te lachen, een excuus te verzinnen of de schuld bij anderen
te leggen.
Veiligheid.
Over dementie wordt pas gesproken als er duidelijke stoornissen in het sociaal
functioneren optreden. De persoon met dementie redt het in het dagelijks leven
niet meer zonder begeleiding. Vergeten wordt meer regel dan uitzondering, men
merkt dat hij/zij de controle verliest en wordt angstig. Hij/zij zoekt
veiligheid en houvast in voorwerpen, herkenbare situaties, vertrouwde personen
of rituelen. Omdat het gevoel het verstand gaat overheersen, reageert de persoon
met dementie vaak heel impulsief.
In een verder stadium lukt het opslaan van bepaalde informatie helemaal niet
meer en zal de persoon met dementie steeds minder uit zichzelf activiteiten gaan
uitvoeren. Hij/zij gaat ook altijd verder terug in de herinneringen en pijnlijke
ervaringen zoals onverwerkt verdriet komen boven. Heden en verleden lopen door
elkaar, de persoon met dementie kan zich nog onmogelijk een beeld vormen van de
werkelijkheid. Het is aan de omgeving te proberen om de realiteit binnen te gaan
en contact te zoeken.
Bij diepe dementie raakt de patiënt steeds verder in zichzelf gekeerd en ligt
het accent op verpleging en verzorging bieden. Alles draait rond de primaire
behoeften van eten en drinken, rust, geborgenheid en veiligheid. Tijd om aan de
aanwezigheid van de verzorgende te wennen en rustige handelingen zijn essentieel
om op een geruststellende manier contact te leggen met de persoon met dementie.
Dementie genezen of het proces stopzetten is tot nu toe niet mogelijk, al wordt
er wel druk rond geëxperimenteerd en worden er regelmatig hoopvolle berichten de
wereld ingestuurd. Voorlopig blijft het bij medicatie die de toestand in het
beginstadium voor een aantal maanden kan stabiliseren. Intussen schrijdt het
aftakelingsproces echter ongemerkt verder en plots komt er een terugval
waartegen geen middelen meer beschikbaar zijn.»
Lichaamstaal.
De tweede meest voorkomende vorm van dementie is multi-infarctdementie. In
tegenstelling tot de ziekte van Alzheimer, die geen duidelijk begin heeft en
geleidelijk voortschrijdt over een periode van acht tot twaalf jaar, komt
multi-infarctdementie plots. Deze vorm kent een grillig verloop. Door een
embolie of trombose sterft een deeltje van de hersenen, bijvoorbeeld dat waar
het taalvermogen zit. De toestand blijft dan een hele poos stabiel tot er door
een nieuw infarct weer een terugval is op een of ander domein. Waar het infarct
toeslaat valt de informatie weg. Als je hen bijvoorbeeld vraagt (auditieve
boodschap) of de kleinkinderen geweest zijn, weten ze het bijvoorbeeld niet
meer, maar de foto van diezelfde kinderen (visuele boodschap) doet hen vijf
minuten later opmerken dat de kleinkinderen geweest zijn. Daardoor en omdat het
geheugen bij deze vorm langer in tact blijft, wordt het door de omgeving vaak
minder herkend als dementie.
Dementie is een langgerekt en pijnlijk rouwproces waarbij steeds meer afscheid
moet genomen worden van wie de persoon was. Maar soms zet het wegvallen van de
gewone communicatiemiddelen, de naaste omgeving ook aan om op een andere manier
in contact te komen met de dementerende. Als woorden niet meer begrepen worden,
blijkt lichaamstaal vaak een heel sterk en voorheen minder bekend en benut
middel om toch nabij te zijn.
De Proeftuin heeft op basis van wetenschappelijk onderzoek drie innovatierichtingen geformuleerd Mens x Schakel, Techniek+ en Buiten=beter. Deze innovatierichtingen geven houvast en richting bij het opzetten van nieuwe CoP's en zorgen ervoor dat de vraagstukken die op tafel komen ook relevant zijn voor de eindgebruiker. Lees meer >
De Proeftuin vindt haar oorsprong in Brabant maar kent geen geografische grenzen. Overal ter wereld werken mensen aan innovatieve producten en diensten waardoor mensen die leven met dementie langer en prettiger thuis kunnen wonen. Lees meer >
Het aloude gezegde ‘meten is weten’ is misschien een open deur, maar daardoor niet minder waar. Binnen de Proeftuin besteden we veel aandacht door het evidence based werken te onderzoeken en te bevorderen. Centraal staan hierbij de vragen: Wat werkt wel, wat niet en waarom? Lees meer >
Niet meer weten waarvoor een vork dient of hoe kleren dichtgeknoopt worden, verdwalen in eigen huis, honderd keer per dag hetzelfde vragen, eigen kind of echtgenoot niet meer herkennen. Lees meer >
Dementie wordt door buitenstaanders het meest geassocieerd met vergeten. Voor wie er van nabij mee te maken krijgt, is het echter véél ingrijpender dan dat. Dementie tast immers de hele persoon aan. Lees meer >
Dementie kan je preventief niet aanpakken. Schaken, kruiswoordraadsels oplossen, documentaires volgen op televisie, lezen, enz. blijven de werking van de hersencellen stimuleren, maar kunnen dementie niet voorkomen. Lees meer >