FAQ staat voor 'Frequently Asked Questions' , wat letterlijk vertaald 'Veel
gestelde vragen' betekent. Via deze pagina kan u via enkele herkenbare vragen de
door U gezochte informatie terug vinden:
Het begint bij mij ook al.
Soms denk je dat je geheugen niet meer goed functioneert. Je vergeet waar je
iets gelegd hebt. Je kan niet meer op een naam komen of je vergeet iets bij het
halen van boodschappen. Zit je in een levensfase waar je vaak meer te verwerken
krijgt, misschien zoals het overlijden van je partner en / of vrienden,
pensionering, gedwongen verhuizing,… Soms kunnen we spreken over een depressieve
toestand en die gelijkt erg goed op een beginnende dementie. Vergeet ook niet
dat er een aantal aandoeningen zijn die (tijdelijk) de geestestoestand in war
kunnen brengen. Er zijn ook mensen die een minder goed geheugen hebben door hun
angsten voor dementie. Niet iedereen die verward is mogen we onmiddellijk
beschouwen als een persoon met dementie. Wanneer je je echt zorgen begint te
maken raden we je aan je arts te raadplegen.
Mijn moeder heeft Alzheimer. Gelukkig is het geen dementie.
Dementie is niet één ziekte, maar staat voor een groep van ziektes die
gelijkaardige symptomen hebben, maar een verschillende oorzaak. Deze symptomen
zijn: geheugenverlies, verlies van oriëntatie in tijd en ruimte, moeilijkheden
met denken en verandering van gedrag. De ziekte van Alzheimer is de meest
voorkomende vorm van dementie, goed voor 40 tot 50% (sommige onderzoekers
schrijven: 65%) van alle gevallen van dementie. Ze leidt tot verschrompeling en
verlies van de hersencellen. Andere vormen van dementie zijn:
de vasculaire dementie (20 tot 30%);
een combinatie van de ziekte van Alzheimer en de vasculaire dementie (10 tot
20%);
een restgroep van ongeveer 10%, bestaande uit ziektes die relatief weinig
voorkomen, maar vaak erfelijk worden doorgegeven (o.a. de ziekte van Parkinson,
de ziekte van Huntington, de ziekte van Pick, de ziekte van Lewy Body, de
menselijke variant van de ziekte van Creutzfeld-Jacob enz.).
Ik was een boekenwurm, mij overkomt het nooit.
Dementie kan je preventief niet aanpakken. Schaken, kruiswoordraadsels oplossen,
documentaires volgen op televisie, lezen, enz. blijven de werking van de
hersencellen stimuleren, maar kunnen dementie niet voorkomen.
Ze weten het toch niet meer!
Bij bepaalde vormen van dementie heeft de betrokkene nog relatief lang een
zekere mate van ziekte-inzicht. De persoon met dementie voelt dat er ‘iets mis
is met zijn/haar hoofd’ en dat een aantal dingen niet meer zo goed als vroeger
gaan. Dit kan allerlei gevoelens oproepen zoals: angst, onzekerheid over de
toekomst, verdriet of boosheid. Soms verdringt de betrokkene al die gevoelens.
Geleidelijk valt ook dit ziekte-inzicht weg, wat niet impliceert dat de persoon
met dementie geen gevoelens of belevingen meer heeft!
Bij fronto-temporale dementie echter, heeft de betrokkene vanaf het begin geen
ziekte-inzicht.
Pa vertelt verhalen die niet stroken met de werkelijkheid. Ga ik mee of niet?
Personen met dementie gaan de “gaten” in hun geheugen opvullen met zelfverzonnen
informatie. Hen daarop wijzen is zeer pijnlijk, frustrerend, confronterend met
het geheugenverlies.
Dring de persoon met dementie geen andere werkelijkheid of stemming op.
Laat hem in zijn/haar waarde.
Corrigeer zo weinig mogelijk zijn/haar beeld van de werkelijkheid.
Meegaan in het verhaal is misschien wat onwennig, maar geeft de persoon met
dementie veiligheid. Reik hem zelf een vluchtweg aan, in plaats van de persoon
met dementie in verlegenheid te brengen.
Ik vind nergens steun, opvang of begeleiding!
De Expertisecentra Dementie Vlaanderen stellen hun diensten ter beschikking van
iedereen die geconfronteerd wordt met dementie en graag wil praten over de
problemen die hieruit voortvloeien. Ze ondersteunen en begeleiden:
· personen die zich zorgen maken over hun geheugen of bij wie de diagnose
dementie werd gesteld
· de mantelzorger, die honderd-en –één vragen heeft of gewoon een luisterend oor
zoekt om even frustraties los te laten
· professionele hulpverleners en vrijwilligers
· scholen
· thuiszorgvoorzieningen
· residentiële zorgvoorzieningen en ziekenhuizen.
De Expertisecentra Dementie Vlaanderen werken tevens samen met thuiszorgdiensten
om advies te geven over de mogelijke zorg- of begeleidingsopties.
Ook de Vlaamse Alzheimer Liga biedt de mogelijkheid aan familie van personen met
dementie om onderling van gedachten te wisselen en draagt zorg voor emotionele
ondersteuning. Zij doen dit via familiegroepen (gespreksgroepen).
Ik krijg mijn moeder niet naar de dokter.
Het is belangrijk zo snel mogelijk te weten wat er aan de hand is. Als de
diagnose van dementie gesteld wordt, kan men immers een aangepaste behandeling
en begeleiding van de persoon en zijn/haar omgeving opstarten.
De arts (huisarts of specialist) komt tot die diagnose door zich goed te
verdiepen in de situatie van de patiënt.
- Hebben de klachten enkel betrekking op het geheugen?
- Leiden ze tot problemen in het dagelijks leven?
- Is er sprake van andere psychische of lichamelijke aandoeningen?
- Daarnaast moet hij de patiënt lichamelijk onderzoeken om uit te sluiten dat
een vitaminetekort, een te traag werkende schildklier of suikerziekte niet aan
de basis van de klachten liggen.
- Ten slotte volgt een korte test van een 30-tal eenvoudige vragen.
Deze resultaten, gelinkt aan een gesprek met de partner of familie, resulteren
in de diagnose. Men kan ook terecht in gespecialiseerde geheugenklinieken of
diagnostische centra, waar diverse specialisten op het gebied van dementie
samenwerken.
Soms zou ik het willen uitroepen van boosheid!
Een mantelzorger, die voor een persoon met dementie zorgt, doorworstelt een hele
reeks gevoelens:
- Schuldgevoelens (als je al eens hard reageert en je geduld verliest);
- Schaamte (door het gedrag van de persoon met dementie);
- Wanhoop (als je voor de 80e keer dezelfde vraag voorgeschoteld krijgt);
- Boosheid (als er tegenwerking komt van de persoon met dementie).
Doordat de zorg voor een persoon met dementie zo belastend is, is het belangrijk
en noodzakelijk dat een mantelzorger tijd voor zichzelf neemt. Zelfzorg kan
voorkomen dat de mantelzorger psychisch en emotioneel verdrinkt. Het is
belangrijk erover te waken dat je voldoende draagkracht behoudt om het hele
dementeringsproces te kunnen (blijven) ondersteunen.
Wanneer stap ik naar het rusthuis?
Vaak wordt pas aan een opname in een rusthuis gedacht wanneer er zich thuis een
crisissituatie voordoet of wanneer de mantelzorgers de zorg voor de persoon met
dementie niet meer aankunnen.
Had je niet beloofd om moeder/vader of de partner altijd thuis te zullen
verzorgen?
Plots moet er op zeer korte termijn een oplossing gevonden worden en kan men
niet onmiddellijk terecht in het rusthuis waar men zou willen. Er zijn immers
vaak wachttijden van gemiddeld 2 à 3 maanden of nog langer. Wanneer men tijdig
uitkijkt naar een eventuele opvang kan men op een rustige manier de keuze van
een rusthuis bespreken. Door rekening te houden met de wensen van de persoon met
dementie en van de familie kan een rusthuis toch nog een echte thuis worden.
Vader rijdt nog met de wagen. Neem ik zijn sleutels af?
In de meeste autopolissen wordt rechtstreeks niet verwezen naar de mentale
toestand van de bestuurder. Bij ongeval is er wél recht van verhaal en zou
“dementie” als verzwarende omstandigheid kunnen ingebracht worden. Uiteraard is
de bestuurder dan niet voldoende verzekerd!
De Belgische rijbewijsregeling maakt eveneens duidelijk dat de persoon die een
voertuig bestuurt, lichamelijk geschikt moet zijn om dit te mogen doen. Bij
dementie is er een verzwaring van het risico en neemt de bestuurder best zelf
contact op met CARA, een afdeling van het Belgisch Instituut voor de
Verkeersveiligheid. De artsen van het CARA onderzoeken of je als bestuurder nog
beantwoordt aan de medische minimumvoorschriften die de wet voorschrijft. Bij
aandachts- en concentratiestoornissen wordt een neuropsychologisch onderzoek
gevoerd.
Waar is mijn man/vrouw? (wat te doen wanneer hij/zij vraagt naar de reeds
overleden partner?)
Het spreekt voor zich dat er geen pasklaar antwoord is op deze vraag omdat elk
antwoord mee bepaald zal worden door de relatie tussen de zorgverlener en de
patiënt en ook door de omstandigheden. Wanneer de echtgenoot of de partner nog
maar pas is overleden zal de dementiepatiënt mogelijk steun vinden in de
rouwverwerking. Misschien kan hij de uitvaart meemaken.
Sommige families zien dat liever niet gebeuren omdat ze het te schrijnend vinden
voor de patiënt.
Maar toch kan het een gelegenheid zijn om afscheid te nemen en in veel gevallen
is het een geestelijk helende ervaring.
Indien de echtgenoot of partner reeds enige tijd is overleden, dan is het
gebruikelijk de patiënt te confronteren met het feit van dat overlijden. Vanuit
het gezichtspunt van de patiënt gezien, kan dit de eerste keer zijn dat hij dit
nieuws verneemt. Waarschijnlijk zal de patiënt reageren met smart, net zoals
gebeurde bij het sterven van de echtgenoot of partner.
Vragen zoals ‘Wanneer is hij gestorven ?‘ of ‘Waarom werd mij niets gezegd?‘ of
ook nog ‘Wanneer is de uitvaart gebeurd? Was ik toen daar ?‘ zijn een
natuurlijke reactie. De persoon kan angstig worden of bedroefd en zelfs
wantrouwig ten aanzien van de zorgverlener omdat hij niet kan geloven wat hij te
horen krijgt. Ongeloof is een gewone reactie op het vernemen van een aangrijpend
verlies.
Ook komt het voor dat zorgverleners antwoorden geven zoals ‘ Hij komt je straks
opzoeken, zou je geen kopje thee willen terwijl je op hem wacht ? ‘ . Ze hopen
dan dat de patiënt zijn vraag vergeet en weer rustig wordt.
Deze vorm van misleidende benadering kan narigheid veroorzaken en de relatie
tussen zorgverlener en patiënt ondermijnen, vooral wanneer deze laatste met
perioden helder van geest is en zich herinnert dat de geliefde overleden is.
Terecht zal hij de zorgverlener van een leugen beschuldigen.
Andere patiënten kan men met goed gevolg benaderen met bedenkingen zoals ‘ Het
is fijn dat je goede herinneringen hebt aan N., wat deden jullie zoal samen ? ‘
Het is beter te werken met positieve herinneringen aan de overledene dan de
aandacht te richten op zijn afwezigheid.
We moeten ook zoeken naar de verzwegen boodschappen die besloten liggen in de
woorden van de patiënt en in de manier waarop hij zich uit. Hij kan wel spreken
over de verdwenen geliefde persoon maar eigenlijk wil hij een gevoel van verlies
en vereenzaming kwijt. Wat hij vraagt is een beetje medeleven, het gevoel er bij
te horen of een doel te hebben / nuttig te zijn.
Het behoort tot de taak van de zorgverlener om met de patiënt om te gaan in het
emotionele veld en daar tegemoet te komen aan zijn noden in de heersende
situatie.
Laten we evenwel niet vergeten dat de patiënt wel degelijk een gevoel van
verlies kan uitspreken over het heengaan van een geliefde en dat het mogelijk
onze taak is hem daarbij te troosten.
Een gemakkelijk antwoord bestaat niet; enkel door een relatie op te bouwen met
de individuele persoon maken we kans inzicht te krijgen, contact met hem te
maken en hulp aan te bieden.
De Proeftuin heeft op basis van wetenschappelijk onderzoek drie innovatierichtingen geformuleerd Mens x Schakel, Techniek+ en Buiten=beter. Deze innovatierichtingen geven houvast en richting bij het opzetten van nieuwe CoP's en zorgen ervoor dat de vraagstukken die op tafel komen ook relevant zijn voor de eindgebruiker. Lees meer >
De Proeftuin vindt haar oorsprong in Brabant maar kent geen geografische grenzen. Overal ter wereld werken mensen aan innovatieve producten en diensten waardoor mensen die leven met dementie langer en prettiger thuis kunnen wonen. Lees meer >
Het aloude gezegde ‘meten is weten’ is misschien een open deur, maar daardoor niet minder waar. Binnen de Proeftuin besteden we veel aandacht door het evidence based werken te onderzoeken en te bevorderen. Centraal staan hierbij de vragen: Wat werkt wel, wat niet en waarom? Lees meer >
Niet meer weten waarvoor een vork dient of hoe kleren dichtgeknoopt worden, verdwalen in eigen huis, honderd keer per dag hetzelfde vragen, eigen kind of echtgenoot niet meer herkennen. Lees meer >
Dementie wordt door buitenstaanders het meest geassocieerd met vergeten. Voor wie er van nabij mee te maken krijgt, is het echter véél ingrijpender dan dat. Dementie tast immers de hele persoon aan. Lees meer >
Dementie kan je preventief niet aanpakken. Schaken, kruiswoordraadsels oplossen, documentaires volgen op televisie, lezen, enz. blijven de werking van de hersencellen stimuleren, maar kunnen dementie niet voorkomen. Lees meer >